Op bezoek bij loonbedrijf Lageveen uit Nij Beets

Broers Martin en Luuk Lageveen: ‘We vullen elkaar mooi aan’

Al meer dan 80 jaar zit Loonbedrijf Lageveen uit Nij Beets in de familie. Het bedrijf wordt inmiddels gerund door de derde generatie, de broers Martin(49) en Luuk(45) Lageveen: ‘Als de klant tevreden is, geeft dat ons veel voldoening.’

De twee mannen zitten aan een grote houten tafel. Tessa en Bo, de rottweiler en boxer van de Lageveens, lopen al snuffelend rondjes door de kamer. Aan de muur hangt een oude luchtfoto: het erf met het huis, de werkplaats en de loods in de jaren tachtig. ‘In dit huis woonden onze pake en beppe (opa en oma) Lageveen, samen met hun negen kinderen,’ vertelt Martin, de oudste van de twee. ‘Nu is dit het kantoor en de plek waar we met het personeel zitten. Aan het eind van de dag, als de werkbonnen worden ingeleverd, drinken we hier een kop koffie en bespreken we de dag.’

Paard en wagen

Het bedrijf kent een lange geschiedenis. ‘De eerste officiële inschrijving komt uit 1939,’ vertelt Martin. ‘Onze pake begon met een paard en wagen. Zijn werk bestond uit foerage, melkrijden, dat soort dingen. Begrafenissen deed hij ook.’

Er kwamen meerdere zonen. Daarom werd het bedrijf in 1971 uitgebreid met een vestiging in Achlum, waar een van de zonen aan de slag ging. ‘Het bedrijf in Nij Beets nam mijn vader met een andere broer in 1979 over,’ vertelt Martin.
Inmiddels zijn Loonbedrijf Lageveen in Achlum en Nij Beets twee zelfstandige bedrijven geworden. Sinds 2014 – het jaar dat het 75-jarig bestaan werd gevierd – runnen Martin en Luuk het bedrijf in Nij Beets samen.

Agrarisch

Het loonbedrijf doet vooral agrarisch loonwerk. ‘Daarnaast doen we klussen voor grond-, weg- en waterbouw,’ vertelt Martin. ‘We verhuren onder andere shovels en kranen. De laatste jaren nemen we ook vaker opdrachten aan van particulieren, gemeenten en waterschappen.’
De klanten zitten vooral in de directe omgeving: het gebied tussen Drachten en Heerenveen.

Kracht

Luuk, de jongere broer, woont in het nieuwe huis dat later op het erf is bijgebouwd. Martin heeft zich met zijn vrouw, dochter en twee zonen in de dorpskern van Nij Beets gevestigd.
Sinds ze het bedrijf met z’n tweeën runnen, hebben de broers de taken goed verdeeld. ‘Luuk doet de administratie en de planning,’ vertelt Martin. ‘En ik de rest. Klussen bekijken en aannemen, het onderhoud van de machines, het aansturen van de jongens. Ik zit zelf ook regelmatig op de machines.’

‘Die verdeling van taken is onze kracht,’ vindt Luuk. ‘We vullen elkaar zo mooi aan.’

Jubilea

Het bedrijf heeft zes vaste mensen in dienst. Daarnaast wordt voor de piekmomenten de hulp van zzp’ers ingeroepen. ‘We hebben weinig verloop in het personeel,’ vertelt Martin. ‘Dat is eigenlijk best bijzonder. Twee collega’s werken al rond de 40 jaar bij ons. En drie zijn hier al bijna 25 jaar.’

Langsbrengen

Voor het personeel wordt dan ook goed gezorgd. In de drukke perioden, tijdens de mest- en de oogsttijd, maken de werknemers lange dagen. ‘We zorgen dan tussen de middag voor een warme, gezonde maaltijd op het land,’ vertelt Luuk. ‘Geen kant-en-klare supermarktmaaltijden, maar met aardappelen en verse groente. Het eten haal ik op bij een adresje en kom ik zelf op het land langsbrengen. We vinden het belangrijk dat ze dan ook echt even pauze nemen.’

Voldoening

Op tijd komen, netjes werken en je afspraken nakomen. Dat vinden de broers het belangrijkste in de dienstverlening. ‘Als een klus weer gelukt is, en de klant is tevreden, geeft dat veel voldoening,’ vindt Martin.

De broers genieten van hun werk. ‘Ik vind het gewone werk als loonwerker het mooist,’ vertelt Martin. ‘Het vrije, het buiten zijn.’

Luuk houdt van de afwisseling. ‘En het contact met mensen. Dat persoonlijke vind ik mooi.’

Anders

Toch vinden ze de bedrijfsvoering niet altijd makkelijk. Vooral de laatste jaren zijn er veel regels bijgekomen. ‘We zitten hier bijvoorbeeld tegen een Natura 2000-gebied aan,’ vertelt Martin. ‘Daar hebben de boeren in de buurt – en wij dus ook – mee te maken.’

‘Er zijn daarnaast veel dingen onzeker,’ legt hij uit. ‘De regels, de opvolging. Kijk, het werk blijft er wel. Maar je weet dat je bedrijf er over tien jaar heel anders uitziet. Je ziet nu al dat het werk zich verplaatst naar particulieren en recreatie. Een voortuin, een campingterrein, dat soort klussen. Dat is mooi, je bent blij dat er werk is. Maar dat is niet ons hoofddoel. Je zou graag alle machines die je hebt staan steeds willen gebruiken.’

Van oudsher

De familie Lageveen doet al ‘van oudsher’ zaken met BUMA handel. ‘Jan Buma kwam al vanaf begin jaren tachtig als handelaar bij onze ouders,’ vertelt Martin. ‘De bestellingen bestonden toen voornamelijk uit graszaad, touw en folie. Inmiddels is dat flink uitgebreid. Graszaad, sleepslangen, koppelingen, sleufsilo’s, houtproducten, noem maar op.’

‘De samenwerking bevalt goed,’ zegt Luuk. ‘Je belt zo even op als je iets nodig hebt. En ze zijn flexibel. Ik had weleens ’s ochtends opeens graszaad nodig. ’s Middags was het er.’

‘Het contact is ook handig bij bestellingen die met regelgeving te maken hebben,’ vindt Martin. ‘Van alle regels zijn ze bij BUMA handel goed op de hoogte.’ Lachend: ‘Dat scheelt ons soms heel veel tijd in uitzoekwerk!’

Rondje

Even een rondje om het bedrijf. De honden rennen mee. Verdeeld over twee grote loodsen staan de machines opgesteld. Hooiwagens, balenpersen, een sleepslangbemester, een hakselaar: ‘Die laatste hebben we twee jaar geleden nog aangeschaft,’ vertelt Luuk.

Op de daken van de loodsen prijken zonnepanelen. ‘Twee jaar geleden hebben we die laten plaatsen,’ vertelt Martin. ‘Het is duurzamer en je krijgt er subsidie voor.’

Ford 7810

Hoewel de ouders van Luuk en Martin inmiddels elders wonen, is hun vader nog heel betrokken bij de zaak. ‘Hij komt elke dag helpen,’ vertelt Martin. ‘Greppelfrezen, kuilhappen, gewasbescherming: dat vindt hij leuke klussen.’

De twee machines die vader Lageveen gebruikt, hebben hun eigen plek in een hoek van een loods: klaar voor vertrek. Het greppelfrezen doet hij met de oudste trekker die ze hebben staan: een Ford 7810. ‘Die kocht mijn vader dertig jaar geleden. Moet je nagaan, toen noemde je dat een grote trekker…!’ lacht Martin. ‘We vinden het mooi dat hij nog meehelpt. Sommige klanten vragen speciaal om hem.’

Geschreven door Romkje Nolles

Andere artikelen in de reeks “Op bezoek bij”
“Op bezoek bij loonbedrijf Holtrop in Rottum”
“Op bezoek bij BUMA handel in Nijemirdum“