Terug naar alle blogartikelen
BUMA maisplant

CSAR Aanbevelende Rassenlijst maïs, waar kijk je naar

04 dec. 2023

Aan het einde van het jaar zijn de uitslagen van maïs proefvelden verwerkt en is de CSAR Aanbevelende Rassenlijst maïs klaar. De CSAR lijst wordt door veel veredelaars gebruikt om de kwaliteiten van hun maisrassen te vergelijken met de concurrentie. Maar hoe maak je eigenlijk gebruik van deze lijst? Hieronder vertellen we dat.

Tabellen in de Rassenlijst

De Rassenlijst maïs bestaat uit meerdere zogenaamde vroegheidstabellen, namelijk “zeer vroeg – vroeg”, “middenvroeg – middenlaat” en “korrelmais en corn cob mix”. In elke tabel wordt een groep maïsrassen met een vergelijkbare vroegheid met elkaar vergeleken.

Getallen in de Rassenlijst

De getallen in de Aanbevelende Rassenlijst maïs bestaan voor het grootste deel uit waarderingscijfers (of rapportcijfers). We snappen allemaal dat een maïsras met een 104 voor “zetmeelgehalte oogst” hoger scoort dan een maïsras met 98.

Als je onderaan elke tabel kijkt dan staat daar de 100= van de tabel. Dit is het gemiddelde van de rassen in de lijst. Een waarderingsgetal van 104 wil zeggen dat het ras op dat punt 4% beter is dan het gemiddelde. Een 98 geeft aan dat het ras voor die eigenschap 2% onder het gemiddelde  presteert.

BUMA 100 in de Aanbevelende CSAR Rassenlijst mais

Belangrijke kolommen in de Rassenlijst

Er staan veel getallen in de Rassenlijst. Om snel een eerste selectie te maken kies je eerst de juiste tabel. Daarna kun je de volgende kolommen gebruiken.

BUMA belangrijkste kolommen in in de CSAR Rassenlijst mais

Stevigheid

Ga voor stevigheid uit van minimaal een 7. De wortel- en stengelsterkte dragen bij aan de stevigheid van een ras. Wanneer een maisplant onvoldoende wortelsterkte heeft, is er kans op legering en scheef groeien. Onvoldoende stengelsterkte kan zorgen voor afgeknapte planten.

Builenbrand

Ga voor builenbrand ook uit van minimaal een 7. De laatste jaren is builenbrand in opkomst. Sommige maisrassen zijn beter bestand tegen deze schimmelziekte dan anderen. Builenbrand zorgt onder andere voor kwaliteits- en drogestof verlies. De schimmelsporen kunnen tot 4 jaar in de grond overblijven en kunnen dus de maïsoogst voor meerdere jaren benadelen.

BUMA mais builenbrand

Zetmeelgehalte 35% drogestof

Zetmeel is energie. Het zetmeelgehalte wordt voor een groot deel bepaald door het kolfaandeel. Hoe meer de maisplant afrijpt, hoe groter het aandeel van de kolf in de drogestof. Dit kan per seizoen nog wel eens verschillen. Om de maisrassen onderling uniform te vergelijken is er daarom het “zetmeelgehalte 35% drogestof”.

Raskeuze

Voor een goede maiskuil is het in eerste instantie belangrijk dat de teelt slaagt. We vergeten weleens dat dit bij wijze van spreken al in het vroege voorjaar begint door bij wateroverlast een geul te graven om het water af te voeren. Een geslaagde teelt zorgt voor een goede opbrengst – kwaliteit verhouding. De rassenkeuze draagt hieraan bij, maar vergeet niet dat de specifieke bedrijfsomstandigheden en de eigen praktijkervaring minstens zo belangrijk zijn.

Geschreven door Hielke Ouderkerken